Ontploffing uit het verleden in Ny-Ålesund
Na een nacht voor anker te hebben gelegen in Engelsbukta, was onze volgende stop Ny-Ålesund.
Frederieke wilde graag in dit kleine stadje stoppen omdat een oud-collega, Maarten van Loonen, daar zou zijn. Maarten en Frederieke waren beiden eind jaren tachtig lid van de 'Groninger Biologen Duikvereniging Calamari'. Maarten heeft 1980 jaar lang elke zomer op Spitsbergen gewerkt en is nu de leidende Nederlandse onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen in Ny-Ålesund. Reden genoeg om te proberen bij te praten!
Dus, na een extreem rustige nacht te hebben doorgebracht in Engelsbukta (wat ook betekende dat er geen wind was om te zeilen), reden we de 20 zeemijl of zo naar Ny-Ålesund.
Langs de kust hadden de bergen de meest verbazingwekkende kleuren, variërend van donkerrood tot bruin en grijs, met stukjes sneeuw en grote stukken groen onder de vogelbroedkolonies. Spectaculair!
IJSBERGEN
Toen we de hoek omgingen naar Kongsfjorden, kwamen we opnieuw drijvend ijs tegen dat afkomstig was van de gletsjers verder stroomopwaarts in de fjord. Later hoorden we van de havenmeester dat het de eerste dag was met oostenwind sinds weken, waardoor al het ijs dat van de gletsjers was afgekalfd maar dat door de westenwinden aan het oostelijke uiteinde was vastgehouden in het fjord, naar buiten kwam. Het zicht en de geluiden waren geweldig! Tussen hen zagen we dolfijnen eten samen met een dwergvinvis.
Aangekomen in Ny-Ålesund was er geen plaats voor ons, dus moesten we nog een uur of zo in het ijs rondvaren voordat we de kleine haven konden binnenvaren zodra een andere boot was binnengekomen.
GEZELLIG IN NY-ÅLESONDERD
In de haven werden we begroet door de bemanning van SY Saranban'de, Matthijs en Deborah. Zoals gewoonlijk was dit erg gezellig en na een kort gesprek spraken we af om weer bij te praten om Maarten rond 1900 te zoeken en in de kroeg een biertje te drinken en te eten. Volgens de instructies die ik van Maarten had gekregen, konden we hem vinden in het 'tweede gele huis links'. En inderdaad, dit huis (en het huis ernaast) had verschillende aanwijzingen dat er Nederlanders woonden; klompen bij de deur, tulpen van keramiek aan de muur en fietsen die tegen de muur leunen.
Maarten was echter nergens te bekennen dus we dwaalden door de stad op zoek naar hem en naar de kroeg. We vonden de kroeg als eerste en omdat we dachten dat de kroeg niet alleen een aangename plek was om op hem te wachten, maar ook een waarschijnlijke plek waar hij zou verschijnen, besloten we om een biertje te drinken. In echte Noorse stijl waren er instructies aan de deur om 'alsjeblieft je schoenen uit te doen'. Raar genoeg maar niet verrassend op Spitsbergen. Nog vreemder waren de instructies om binnen geen foto's te maken. Wat halen die Noren in hun kroegen uit dat je geen foto's mag maken? We wilden het graag weten, maar blijkbaar was de drukke pubavond zaterdag, niet donderdag, de dag dat we er waren, dus we zullen het nooit weten.
Nadat we een biertje en een worstje in een broodje (de specialiteit van de kroeg) op hadden, arriveerde Maarten met een collega uit de USA. Er werden meer drankjes besteld en er volgde een geweldige avond. Vooral horen over het onderzoek dat Maarten hier de afgelopen 33 jaar had uitgevoerd, ander onderzoek dat gaande was, en het leven in Ny-Ålesund en Spitsbergen in het algemeen. Geen verslag van de avond, geen foto's toegestaan. De avond eindigde met een korte rondleiding in het Kings Bay Marine Laboratory om vliegende slakken te zien die eerder die dag waren verzameld - de relevantie ervan ontgaat me nu, maar het was toen zeker fascinerend!
EEN TOUR DOOR NY-ÅLESONDERD
De volgende ochtend werden we wakker van al het lawaai en gerommel van de aankomst, bijna gelijktijdig van zowel de 3-mast vierkant getuigde tuiger, 'Rembrandt van Rijn', als de Hurtigruten-boot de 'Fram'. Dat laatste was de boot waarmee Davids ouders van IJsland naar Jan Mayen en Svalbard waren gereisd voordat ze ons in juni in Svolvær ontmoetten.
Ontbeten maar nog verre van fris en schoon, voegden we ons bij Deborah en Matthijs uit Saraban'de en liepen naar boven om Maarten weer te vinden, die ons dolgraag zijn rondleiding door de stad wilde geven. En een mooie tocht was het, niet in de laatste plaats omdat Maarten op de fiets arriveerde, met klompen aan en een geweer over zijn schouder. Twee van die dingen zijn heel Hollands, één niet!
Toen we eenmaal onderweg waren, zat de tour vol weetjes over het onderzoek van Maarten, de immense internationale onderzoeksinspanningen die hier gaande zijn (variërend van raketten tot platentektoniek en satellietcommunicatie tot vliegende slakken, groeisnelheden van gras, ganzen en winterplankton), de geschiedenis van de stad en de ecologie van Spitsbergen in het algemeen. En als speciale bonus kreeg Frederieke de duikcompressiekamer van het Marine Laboratory te zien. Fascinerende dingen – bedankt Maarten!
En voor de goede orde, Maarten en Frederieke zijn niet gaan duiken in de Kongsfjorden. Sterker nog, Maarten had in de 33 zomers dat hij hier was nog nooit op Spitsbergen gedoken. 'Te koud!', zei hij.