Terug op het vasteland van Noorwegen
HARSTAD
Na vijf dagen op zee waren we toe aan wat rust en ontspanning, dus onze tijd in Harstad werd besteed aan het bijkomen en genieten van deze gezellige stad. We sliepen lang uit, we genoten van lekkere etentjes met Steve en Sara van SY Snow Bear, we kregen zelfs iets van Harstads jaarlijkse muziekextravaganza mee, de 'Bakgården'. En we konden ons weer eens goed wassen in de douches van de jachthaven, die vreemd genoeg geplaatst waren het gebouw van de in de plaatselijke vis- en frietkraam. David had ook zijn eerste knipbeurt in vijf maanden. Het was allemaal erg naar onze zin, inclusief de knipbeurt. Yuma werd ook niet genegeerd. Met behulp van een vriendelijke bewoner konden we nieuwe filters voor de motor aanschaffen. De motor kreeg een onderhoudsbeurt, kleine reparaties werden uitgevoerd, en Yuma werd van binnen en buiten goed schoongemaakt en gelucht.
Catweazle (of is het Saddam Hussein?): voor en na.
WE GAAN VERDER
Na een paar dagen voelden we ons fris en uitgerust genoeg om verder te gaan, en gooiden we onze trossen los om onze reis naar het zuiden te beginnen. Na een uur of twee kwamen we bij de ingang van de Tjelsundet, een lange, smalle fjord waar de getijdenstromen uit een paar omliggende fjorden samenkomen in een sterke, gestage stroming. We waren duidelijk iets te vroeg aangekomen, omdat we meteen in een sterke, noordelijke stroming terechtkwamen. Hoe dichter we bij de ingang van de Tjelsundet kwamen, hoe langzamer we vooruit gingen, totdat we uiteindelijk maar besloten om in de beschutting van een paar scheren voor anker te gaan liggen totdat het getij zou keren.
Langs Tjelsundet.
De verandering van het getij kondigde zich aan door het slepen van onze ankerketting over de vlakke rotsbodem, terwijl Yuma zich verrassend snel omdraaide. We haalden snel ons anker op en gingen weer op pad, deze keer met de stroom mee! We hadden ook de wind mee, en hoewel wispelturig, konden we de rest van de lange, smalle en kronkelende fjord lekker doorzeilen. Rondom ons doemden steile heuvelhellingen op, en onder ons draaiden luie draaikolken in de rondte. Andere boten die we hier tegenkwamen waren een paar commerciële schepen, kustvaarders, zalmtransportboten en een enkele vissersboot. Zo nu en dan kwamen we een rubberboot of een kleine motorboot tegen met een paar mannen en wat kinderen die aandachtig naar hun vislijnen keken, terwijl ze, zich niet bewust van het overige verkeer, door de vaarroute dreven en de grote schepen om hen heen moesten manoeuvreren. Het landschap aan beide kanten van de smalle fjord bestond uit hoge beboste heuvels en smalle agrarische laaglanden.
Meer landschap van Tjelsundet.
VOOR ANKER OP EEN VISPLAATS
Aan het eind van de middag bereikten we het zuidelijke uiteinde van Tjelsundet aan de noordkant van de Vestfjord. Hier besloten we voor anker te gaan om te overnachten. Onze eerste optie was een kleine en afgesloten baai aan de westkant van de sundet, genaamd Fiskefjord. Met fisk in de naam dachten we dat deze baai wel eens veelbelovend zou kunnen zijn als een plek om ons avondeten te vangen. Ondanks dat het op de kaarten aangegeven stond als een ankerplaats, lag het helaas vol met netten en boeien van een zalmkwekerij. Dus we voeren verder om de landtong heen en de volgende baai, Fisksøybukta, binnen waar SY Snowbear al voor anker lag. We lieten ook ons anker zakken aan de noordoostelijke kant van de baai, en genoten van een niet-vers gevangen diner met vispasta en een rustige nacht voor anker.