Zoeken naar een weergat voor Nederland
HINK-STAP-SPRONG NAAR HET ZUIDEN
De reis ten zuiden van Bergen werd uiteindelijk een reeks kortere passages langs de kust. Idealiter hadden we de oversteek naar het zuiden over de Noordzee in één keer willen maken en van zo ver noordelijk mogelijk, van Florø of vanuit Bergen. Er bleven echter zuidwester stormen binnen waaien met slechts een dag of twee ertussen. Vanuit Bergen hadden we zeker een weergat van vier dagen nodig, bij voorkeur vijf. In plaats van tevergeefs te wachten in Bergen op een periode van vier dagen, bleven we dagtochten naar het zuiden maken wanneer het weer het toeliet. In theorie zou zo elke passage de tijd, die nodig zou zijn voor de oversteek, verkorten en op die manier de kans vergroten dat we een voldoende lang weergat zouden krijgen.

We verlaten Bergen, met enorme oliebevoorradingsschepen op de achtergrond.
Dit deel van de kust wordt echter ook steeds meer blootgesteld aan wind en stroming, met weinig tot geen mogelijkheden om te schuilen. Elke haven moest dus behoorlijk veilig zijn, gezien de toenemende kracht van de zuidwesters die al over kwamen.

Yuma veilig in Skudneshavn.
En elk weergat moest lang genoeg zijn om de volgende passage veilig te kunnen voltooien. En zo gingen we verder: Bergen naar Leirvik, Leirvik naar Skudneshavn, Skudneshavn naar Stavanger, Stavanger naar Egersund, Egersund naar Farsund.

De volgende storm komt eraan, dit keer in Skudneshavn.
Bij elke plaatsen wachtten we een dag of wat tot we verder konden. We brachten de tijd door met wandelingen door rustige dorpjes en stadjes, met wandelingen en hardloopsessies door bossen en natuurreservaten, of met schuilen tegen de wind en regen aan boord van Yuma of, zoal die al open waren, in cafés en restaurants. Meestal waren dit schilderachtige maar saaie plaatsen met lege jachthavens, gesloten na het toeristenseizoen, en stil in de regen en de wind.
FASCINEREND OLIEMUSEUM
Stavanger was hierop de uitzondering. Hier viel veel te beleven, waaronder een sessie in een plaatselijke Ierse pub waar ik genoot (en Frederieke wat minder) van Keltische muziek. Leuk! En het Oliemuseum, dat vlakbij onze ligplaats was, was een absolute topper. Ik moet toegeven dat mijn kennis van de olie-industrie vóór mijn bezoek aan dit museum vrijwel nihil was. Dit museum was daar een fantastische remedie voor! En Frederieke ontdekte dat de gasvondst in 1959 in haar provincie Groningen de allereerste was en leidde tot de opening van de olie- en gasindustrie in Noordwest-Europa. Wat leerzaam! Na uren te hebben doorgebracht vertrokken we, erg onder de indruk van de techniek, de politiek en de impact van de industrie. Ongelooflijk! De Nederlanders en Australiërs konden nog eens een voorbeeld aan de Noren nemen.