Even Engeland aanraken
De Noordzee op
Het was eind juni en hoog tijd om weer eens het zilte nat op te gaan. In het voorjaar hadden we twee maanden (maart-april, eind mei-juni) in Makkum doorgebracht voor onderhoud en modificaties. En, hoe leuk Makkum ook is, het was tijd om weer eens op pad te gaan. Tussen de twee maanden in Makkum hadden we op de Waddenzee proef gevaren om onze nieuwe tuigage en zeilen uit te proberen. In die tijd hadden we Den Oever bezocht, drooggelegen op het wad aan het Amsteldiep, enige tijd op de eilanden Texel en Vlieland doorgebracht, en vervolgens ons een poosje in Harlingen gestationeerd. Dat was allemaal leuk geweest, maar nu was het een maand later en tijd om wat verder weg te gaan – naar de Noordzee.
Yuma op het droge in Makkum voor onderhoud.
Engeland was dichtbij, met de juiste wind slechts XNUMX uur varen vanuit Makkum. Dus bedachten we een plan om daar een week of wat door te brengen voordat we op tijd naar Nederland terugkeerden voor de XNUMXste verjaardag van mijn moeder. Zoals alle nederlanders weten, verjaardagen zijn enorm belangrijk in Nederland en mogen niet gemist worden. We waren in Nederland, we waren uitgenodigd voor koffie en gebak, en natuurlijk hadden we de uitnodiging geaccepteerd. Dit verjaardagsfeestje gaf ons echter wel een beperkt tijdsbestek voor de reis naar Engeland.
Het hele voorjaar was het weer niet bepaald prettig geweest (zoniet ronduit ellendig), maar op 25 juni leek het mee te werken, en waren de weersvoorspellingen meer dan redelijk voor een oversteek over de Noordzee. Dit zouden voor ons de 4de en 5de oversteek van de Noordzee worden, en het heentraject zou onze eerste oost-west oversteek zijn. De voorspelling gaf ONO wind aan van 5 tot 15 knopen, de deining en golven zouden verwaarloosbaar zijn, en de temperatuur een zwoele 25° tot 30° C! Eenmaal op zee zou het uiteraard wat koeler zijn, maar toch leek dit, na een regenachtig, winderig en koud voorjaar, er toch meer op.
Yuma weer terug in het water en bijna klaar om te vertrekken.
Extra bemanningslid aan boord
Deze reis zou iets anders worden dan onze vorige reizen op Yuma: deze keer hadden we een extra bemanningslid, Bart, een kleuterschool (!) vriend van mij. Bart is iemand met een grote liefde voor zeilen die veel heeft gevaren op tall ships en op de bruine vloot. Zijn reactie op onze uitnodiging was dan ook direct: hij ging mee! Ter voorbereiding werd er veel heen en weer gecommuniceerd, waaronder een link naar een nieuwsartikel over een bultrug die onlangs voor de Nederlandse Noordzeekust was gesignaleerd. David en Bart hebben een voorgeschiedenis van ongewoon succes met het zien van wilde dieren, dus natuurlijk gingen we een bultrug zien aan de Nederlandse kust! Het maakt niet uit dat ze aan die kust erg zeldzaam zijn.
En zo stond Bart de middag voor vertrek met z’n plunjezak, inclusief een voorraad heerlijke groningse droge worsten van slager Huizing uit Oude Pekela, klaar in Makkum om de trossen los te gooien en de zee op te gaan. Maar geduld is een schone zaak en Bart moest wachten tot de volgende ochtend voordat we op pad gingen. Om zijn teleurstelling te verbergen trakteerde Bart ons op een heerlijke maaltijd aan de sluiszijde van Hotel Prins, waarna we in onze kooien kropen om te dromen over een warme en kalme reis over de Noordzee.
Ons plan voor de volgende ochtend was om met de getijdenstroom in de Waddenzee mee te varen vanaf Kornwerderzand, dan zuidwaarts door het Marsdiep en vervolgens de Noordzee in. Dit is een sterke en lange stroming, en vertrek op het verkeerde moment zou een vervelende, lange vaartocht tegen de stroming in betekenen. Om dit te voorkomen moesten we de volgende dag om 12:30 uur door de Lorentzs-sluizen, om vervolgens met de stroming mee naar het oosten en dan het zuiden te zeilen. Gelukkig verliep alles volgens plan; we hadden opgeruimd, de tank volgegooid, en om 12:30 uur waren we door de sluizen en zeilden richting Noordzee.
Bart houdt toezicht op het volgooien voor vertrek naar Engeland.
Met het mooie weer was het druk op de Waddenzee, en wat was het heerlijk zeilen! Zon, briesje, en een sterke stroming mee; binnen de korste keren werden we bij het Marsdiep met 8 tot 9 knopen de Waddenzee uitgespuugd, de Noordzee op.
Frederieke en Bart in het zonnetje op wacht. Vijftig jaar geleden zouden we samen in de zandbak hebben gespeeld!
Het zou toch niet waar zijn....?
Het gebeurde toen we het Schulpengat nog niet hadden geklaard, waar we vanuit het Marsdiep westwaarts de Noordzee op gingen varen. David en Bart zaten in de kajuit toen David een glimp opving van iets groots dat even de lucht in ging en daarna een grote plons maakte. Het was een snelle glimp, was het een dolfijn niet ver van de boeg of iets groters verderop? Misschien een bruinvis of een dwergvinvis? Nu waren we alle drie aan dek, met onze verrekijkers in de hand, in een poging nog een glimp op te vangen. De staart verscheen weer, en nee, het kon niet waar zijn... hij was wit van onder, en toen kwam er een lange borstvin tevoorschijn – dat kon alleen maar de bultrug zijn! En niet alleen maar een staart. De bultrug besloot er een echte show van te maken terwijl hij onze richting opkwam, en vervolgens ongeveer 100 meter bij Yuma langszwom, waarbij hij herhaaldelijk uit het water omhoog sprong. Ongelooflijk! Het was erg klein, voor een bultrug, dus vermoedelijk een jong. Na ongeveer een half uur later was de pret voorbij en verdween de bultrug richting Texel. David en Bart hadden het weer voor elkaar, een waanzinnig succes met het spotten van wilde dieren.
Bart stuurt Yuma de Nederlandse wateren uit.
Na zo'n traktatie konden we eigenlijk net zo goed weer omdraaien, veel beter dat dit kon het toch niet worden. De weersvoorspellingen waren echter nog steeds goed en de enige waarschuwing die de Kustwacht had voor de pleziervaart kwam vlak na onze bultrug observatie, en luidde 'pas op voor de bultrug langs de kust'. Deze waarschuwing hadden we al overleefd, en onze volgende uitdaging was om de kust van Engeland te bereiken, ook al was het maar voor even. Dus zetten we koers naar het westen en maakten ons klaar voor de nacht.
Klaar voor de nacht, met een prachtige zonsondergang op de Noordzee.
Davids verjaardag
Het was een rustige nacht op de Noordzee – altijd de beste nacht als je op een zeilboot vaart – het was helder, fris, een lekker briesje, een 'bloedmaan' en 'lichtgevende' nachtwolken. Bart vertelde ons dat dit wolken zijn met een zilverachtige glans, die veel hoger zijn dan normale wolken en na zonsondergang het zonlicht veel langer reflecteren. Erg speciaal!
De volgende ochtend was het wat koeler geworden. Er stond een lichte wind en er lagen wat mistbanken, waaruit af en toe grote vrachtschepen tevoorschijn kwamen. Maar het belangrijkste was dat het Davids verjaardag was en dat dit gevierd zou worden op Yuma, op de Noordzee! En gevierd werd het, met 'Lang zal hij leven' en 'Happy Birthday', en koffie met appeltaart die ik, zonder dat de jarige het wist, aan boord had gesmokkeld. Heerlijk!
Davids verjaardag met koffie en appeltaart. Smul!
Na deze feestelijkheden ging de jarige, die sinds 0200 uur op wacht had gestaan, meteen door naar bed. Vervolgens was het gemakkelijk zeilen richting Lowestoft, waar we om 1530:XNUMX uur aanmeerden bij de Royal Suffolk and Norfolk Yacht Club na een bijna perfecte zeiltocht.
Binnenkomst in de haven van Lowestoft en het clubhuis van de Royal Suffolk and Norfolk Yacht Club.
De vergane glorie van Lowestoft
Lowestoft bleek een comfortabele jachthaven te zijn, met een prachtig oud clubhuis. De stad zelf had echter duidelijk betere tijden gekend.
Terug in de glorieuze tijd, toen ze nog stoer waren in Lowestoft.
De stad had een sombere uitstraling en de tekenen van economische moeilijke tijden waren overal te zien; elke tweede of derde winkel was een kapper, een tattoeage shop of stond leeg, gebouwen hadden dringend een lik verf nodig, en de mensen op straat leken verveeld en lusteloos. De dakgoten en raamkozijnen van veel gebouwen waren overgenomen door broedende drieteenmeeuwen, die in ieder geval wel trots leken op hun omgeving en nestprestaties, terwijl ze hijgend van de hitte op hun zonovergoten nesten zaten.
Muurschilderingen en pakhuizen uit welvarender tijden, overgenomen door broedende drieteenmeeuwen.
Het Lowestoft Maritime Museum was zeker een hoogtepunt. Een krappe ruimte, slim volgepropt met maritieme prullaria, die de tijd van de stad als bloeiende vissershaven en vakantiebestemming laat zien. Maar zoals langs de hele noordeuropese kust bleek de haring toch wel op te kunnen, en stortte de visserij op een gegeven moment helemaal in.
Overal zijn tekenen te zien van de geschiedenis van de haringvisserij in Lowestoft.
De stad probeert zichzelf nu te transformeren tot een supportcentrum voor de windturbine-industrie op de Noordzee. En daar is er genoeg van vlak voor de kust, dus misschien komt er nog weer wat leven in de stad.
Bart (van der Horst) realiseerde zich niet dat hij zijn eigen privéparkeerplaats in Lowestoft had.
Vergane vakantieglorie was ook zichtbaar langs de strandboulevard en toeristische pieren van Lowestoft. Om de een of andere reden steken dergelijke pieren in Engeland zo'n 100 meter de zee in en zijn ze gevuld met aftandse, toeristische attracties. Die in Lowestoft waren echter volledig verrot en ontoegankelijk.
Langs het strandboulevard in Lowestoft.
Daarentegen zorgden de vele strandhuisjes, in allerlei kleuren, die zich over honderden meters langs de achterkant van het strand uitstrekten, voor een vrolijke en schilderachtige sfeer. Ondanks de koele wind hadden kleine groepjes mensen zich voor hun hutten geïnstalleerd, op strandstoeltjes gezeten, warm gekleed, met sigaretten aan hun lippen en kletsend met hun buren, en ondertussen hun kinderen of kleinkinderen in de gaten houden die op het strand aan het spelen waren. Net als de drieteenmeeuwen in de stad leken ze ook erg tevreden met hun bestaan.
The Walking Men op het strand van Lowestoft.
Aan de overkant van het strand, dichter bij het water, keek een onlangs geïnstalleerde sculptuur van vijf uitgesproken griezelig, post-apocalyptisch uitziende, wandelende mannen met bezorgde belangstelling en misschien zelfs angst terug naar de gelukkige familie's. Een mooi contrast.
Oude kerk en kerkhof aan het strand in Lowestoft. Ze zijn nog steeds boos over de bende van Cromwell die de doopvont vernielt. Vergeef, vergeef.
Voor anker bij een kasteel
We waren naar Engeland vertrokken zonder enige plannen dan een retour Nederland-Engeland. Via andere zeilers hoorden we dat er even ten zuiden van Lowestoft een kasteel aan de Alde rivier stond, met ankerplaatsen vlakbij. Nu hadden we een plan, en David, als liefhebber van kastelen, had daar wel oren naar. Samen met de bemanning van SY 'Spirit of Space' namen we de getijdentabellen en de windvoorspellingen door, en besloten om 0930 uit Lowestoft te vertrekken. Op die manier hadden we de getijdstroom naar het zuiden mee, en konden we de Orford Haven zandbank met hoogtij overvaren.
Yuma vaart de rivier de Alde op.
En zo kwamen we, na zes uur heerlijk aan de wind gevaren te hebben in windkracht 4 tot 5, om half vier op hoog water bij de rivierbar de Alde aan. De ingang kronkelde door de zandbank en kwam op een enigszins onverwachte manier de rivier binnen, maar het was gelukkig duidelijk aangegeven, dus we zeilden al snel tevreden de rivier op naar onze ankerplaats nabij het dorp Orford. Voor anker gaan in een rivier was een primeur voor ons. En wat bevile het goed, heerlijk rustig zonder golven en deining! Zeker voor herhaling vatbaar. En zoals beloofd konden we daar in de verte duidelijk de vestingmuur van Orford Castle zien.
Schemer (rond 22.00 uur) aan de rivier de Alde, met Orford Castle op de achtergrond.
Things to do in Orford
In tegenstelling tot Lowestoft was Orford een prachtig dorp met mooie oude huizen, hotels en kroegen. En natuurlijk was er het kasteel! Dit stond als eerste op de agenda voor een bezoek, en stelde zeker niet teleur. In werkelijkheid was het alleen maar de toren die was overgebleven, terwijl de kasteelmuren al lang geleden was gebruikt als bouwmateriaal. De overblijfselen van hun grondwerken waren echter nog duidelijk te zien.
Orford Castle met uitzicht vanaf de top.
Bovenop de toren hadden we een prachtig uitzicht over de rivier, met Yuma, het schiereiland Orford Ness aan de andere kant, en de Noordzee. Binnen in de toren werd er overal goed uitleg gegeven over de indeling, en de leefomstandigheden zoals die destijds geweest zouden zijn. Terwijl er keukens waren op drie verdiepingen, bevond de bakkerij zich vreemd genoeg helemaal bovenop de vestingmuur in plaats van in een keuken beneden. Dit bleek iets te maken te hebben met de stand van de schoorstenen en de uitstoot van opwarmende schoorstenen. Arme bakker die elke dag op en neer moest met zijn zakken meel en gebakken broden! Nog moeilijker was het natuurlijk voor de arme soldaten die in wind, regen en sneeuw op de kantelen de wacht hielden, huiverend hun wacht uitzittend en ondertussen gekweld werden door de geur van vers en gebakken brood.
Orford's prachtige oude kerk (met Normandische overblijfselen) en kerkhof.
Aan de overkant van de Alde bleek Orford Ness een natuurgebied met een fascinerende geschiedenis. In de 20e eeuw was het een militair gebied waar uiterst geheim onderzoek werd uitgevoerd. Dit was onder meer de plaats waar de radar werd uitgevonden, het was een experimenteel bombardementsgebied, en ook werden hier de stresstests van (niet-nucleaire) onderdelen van atoomwapens uitgevoerd. Er werd hier ook geëxperimenteerd met 'over-the-horizon' radar om Oost-Europa te bespioneren. Tijdens de Koude Oorlog bleken deze experimenten een paar vreemde vissersboten met veel antennes naar de kust van Orford aan te trekken. Dit bleken Sovjet-‘vissersboten’ te zijn, net zoals de boten die we afgelopen zomer in de Barentszee hadden waargenomen. Plus ça change, plus c’est la meme chose...
Een paar impressie's van het oude militaire establishment in Orford Ness.
Orford Ness is nu een natuurreservaat, en planten en dieren hadden alweer veel van de overblijfselen van al deze oorlogstechnologie overgenomen. David en Bart zouden niet-vogelaars kunnen vervelen met een lange lijst van zee-, kust- en landvogels die te zien zijn in de kwelders, waterwegen, duinen en graslanden van Orford en omgeving. In plaats daarvan houden we het er maar op dat er veel te zien was, en dat we er veel plezier aan beleefden.
Twee Nederlandse vogelaars in hun natuurlijke habitat – op een dijk met uitzicht over kwelders.
Vervroegd terug naar Nederland
Terwijl wij het naar onze zin hadden, was het weer iets anders aan het doen en begon er wat minder vriendelijk uit zien: er naderde een groot lagedrukgebied over de Atlantische Oceaan. De weersvoorspeling voor het einde van de week werden daardoor wat minder aangenaam dan we hadden gehoopt. Aangezien we een deadline hadden om de Noordzee weer over te steken, gaven we er de voorkeur aan dat te doen voordat de Noordzee te onrustig zou worden. Daarom besloten we onze terugreis een paar dagen te vervroegen. Helaas, want er was nog wel het één en ander te ontdekken aan deze kust.
Onze ligplaats in de Blythe River, met koeien als buren en Southwold in de verte.
Om toch nog een klein beetje meer Engeland mee te pakken, zeilden we de dag voor vertrek van Orford naar Southwold om daar onze laatste nacht door te brengen.
Uitzicht op zee en strand van Southwald.
Hier kwamen we via een smalle ingang de vissershaven binnen. Eenmaal binnen vervolgden onze weg door een modderig, met steigers omzoomd kanaal dat tot de rand gevuld was met vissersboten, jachten, rubberboten en ander spul dat lang genoeg had kunnen drijven om de rivier binnen te komen. Dit was de Blythe River, een modderig kanaal dat veel weg had van een tweedehands vissersbootwerf.
David en Bart bereidden zich voor op steak and ale pies.
Maar niet zeuren, we hadden een mooi plekje en Southwold bleek een erg gezellig stadje aan het strand, met lekkere ijsjes en redelijke steak en ale pie.
Nog een mooie oude kerk met kerkhof, dit keer in Southwold.
Een typische Noordzee-oversteek
We hoopten dat de heenreis net zo rustig zou worden als de heenreis, maar de weersvoorspellingen gaven al aan dat het hobbelig zou worden. De wind zou variabel maar niet krachtig zijn: de deining en de golven zouden hetzelfde doen, variabel maar niet groot. Normaal zou zo'n voorspelling op een redelijk comfortabele overtocht wijzen, maar aangezien dit de Noordzee was, betekende het daarentegen dat het een wasmachine zou worden. Korte steile golven die van hier en daar en overal kwamen, niets groots of ergs, gewoon ongemakkelijk. En inderdaad, na de eerste vaargeul werd ik al snel katterig in die wasmachine! Gelukkig hadden Bart en David er minder last van, zodat zij de meeste tijd achter het roer hebben gestaan terwijl ik horizontaal een oogje in het zeil hield.
Bart achter het roer op de terugreis. Let op verschillen in kleding vergeleken met de heenreis :-).
De volgende dag bij zonsopgang kwam de vuurtoren van Den Helder in zicht en daarna de Schoorlse Duinen, de hoogste duinen van Nederland. Niet lang daarna voeren we het nauwe Schulpengat binnen, waar we de motor aandeden vanwege de sterke windstoten (tot 27 knopen), de tegenstroom en het drukke verkeer; marineschepen, werkende vissersboten, vrachtschepen en sleepboten. Met al dit drukke verkeer en onze slaperige hoofden, leek dit ons een beter idee dan continue geipen in harde wind. Eenmaal uit het knelpunt van het Schulpengat en in het rustigere Marsdiep aangekomen, konden we weer ontspannen en zeilden we met de wind mee richting de Afsluitdijk en Kornwerderzand.